Feiten
Sinds 1995 is werknemer als timmerman in dienst bij werkgever. Hij heeft daar altijd met plezier gewerkt en goed gefunctioneerd.
Eind januari 2023 was er een bedrijfsfeest ter gelegenheid van onder meer het vijfentwintigjarig jubileum van werkgever. Op dit feest waren zowel medewerkers, relaties als ook partners aanwezig. De timmerman heeft op dit bedrijfsfeest een toespraak gehouden die hij zelf als een ’roast’ zag maar die door de werkgever kort samengevat wordt gezien als dat hij in zijn toespraak (voormalig) werknemers en de directie grovelijk heeft beledigd, onder meer door hun geloofsbeleving en privéomstandigheden belachelijk te maken. De timmerman heeft na het feest nog een excuusbrief gestuurd waarin hij aangaf dat hij geen kwaad in de zin had gehad, dat de speech was bedoeld als ‘roast’ en dat hij juist blij was bij het bedrijf te werken. Dit redde hem niet want werkgever heeft hem na een dienstverband van 28 jaar op 30 januari 2023 op staande voet ontslagen.
Rechter
De timmerman stapt naar de Rotterdamse kantonrechter en die oordeelt op 4 mei jl. als volgt. https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RBROT:2023:3755
In zijn toespraak zei de timmerman dat hij veel heeft meegemaakt bij werkgever “maar nog nooit een goede communicatie ”, waarom volgens de rechter nog wel gelachen werd door de toeschouwers. Vervolgens haalde de timmerman (de kosten van) een ingehuurde adviseur aan met wiens advies de werkgever volgens de timmerman niets heeft gedaan. Dit is geen belediging, maar het uiten van kritiek, al dan niet grappig bedoeld, aldus de rechter. Ook refereert de timmerman in zijn speech aan het christelijk geloof van de directie, maar hij bespot dit verder niet volgens de rechter. En tijdens de mondelinge behandeling heeft de timmerman nog verklaard dat hijzelf belijdend lid is van en een trouw kerkganger en dat hij de geloofsovertuiging van de directieleden niet in twijfel trekt of daar neerbuigend over doet. Werkgever had echter ook aanstoot eraan genomen dat de timmerman zich gelijk zou stellen aan God door te zeggen: “Nu is dat zelfs voor mij de bijna almachtige te veel gevraagd. ” De rechter wuift dat bezwaar ook weg omdat de timmerman het over zichzelf heeft als de bijna almachtige en dus niet als de Almachtige, als God. Partijen verschillen van mening in hoeverre de verwijzingen van de timmerman naar het geloof toelaatbaar zijn, maar naar iemands geloof verwijzen, zonder dit belachelijk te maken, is niet een zodanige gedraging dat voor iedereen duidelijk is dat dit een (objectief) dringende reden voor ontslag op staande voet is aldus de rechter. En zo pelt de kantonechter de speech verder af.
Waar de timmerman volgens de rechter uit de bocht is gevlogen in zijn speech is op het moment dat hij zich richtte tot een directielid en zei: “Ik heb ook een keer op mijn knieën voor jou gezeten en dat was niet om je een huwelijksaanzoek te doen. Ik hou namelijk niet zo van kerels en jij was toen ook zo trouw als een loopse teef.” Deze vergelijking is volgens de kantonrechter beledigend en ongepast, zeker gelet op het feit dat hij zijn toespraak niet alleen voor (de medewerkers van) werkgever hield, maar ook voor relaties en partners. Voor zover dit soort grof taalgebruik gebruikelijk is op de werkvloer, zoals de timmerman stelde, had hij zich volgens de rechter kunnen en moeten realiseren dat het niet gepast is om tijdens een bedrijfsfeest, in aanwezigheid van derden, dit soort uitdrukkingen te gebruiken voor (vermeend) gedrag van één van de directieleden. Echter een (dringende) reden voor ontslag op staande voet is deze belediging echter niet. Daarbij heeft de rechter nog meegewogen dat de timmerman probeerde grappig te zijn in zijn toespraak, hij al 28 jaar bij werkgever werkte, probleemloos functioneerde en juist voor zijn toespraak nog is geprezen door een directielid. Hij had zijn speech ook nog eens geëindigd als volgt: “Ik hoop dat dit gesproken woord tot opbouw is voor de firma. Ik werk met veel plezier voor de zaak, maar ook voor de klanten. ”
Kortom het ontslag op staande voet is ten onrechte gegeven.
Is er dan een grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst?
Dat de toespraak grappig was bedoeld, wil de kantonrechter wel aannemen, maar de uitvoering liet te wensen over en de timmerman heeft duidelijk niet goed ingeschat in hoeverre de toehoorders, en in het bijzonder de directie van, zijn toespraak zouden waarderen, ondanks dat hij al vele jaren bij werkgever werkt. Ondanks dat de timmerman in zijn toespraak een toon heeft aangeslagen die niet past bij het bedrijf en de aanwezigheid van relaties en partners en uit de bocht is gevlogen met de vergelijking met een ‘loopse teef’, was zijn toespraak niet zodanig beledigend dat dit evident ontoelaatbaar was en in de gegeven omstandigheden moet leiden tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verwijtbaar handelen. De toespraak heeft volgens de kantonechter wel geleid tot een verstoorde arbeidsrelatie en dus een ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De timmerman heeft recht op transitievergoeding ad €33.817,02 bruto aangezien hij niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.