Al eerder hebben wij bericht dat een terecht gegeven ontslag op staande voet toch tot een vergoedingsplicht voor de werkgever kan leiden. Als een werknemer terecht op staande voet is ontslagen betekent dit namelijk dat sprake was van een dringende reden voor ontslag. Echter om géén transitievergoeding aan werknemer verschuldigd te zijn moet er sprake zijn van ernstige verwijtbaarheid. Een dringende reden betekent echter niet in ieder geval dat dan óók sprake is van ernstige verwijtbaarheid. Een recente uitspraak van de Rechtbank Rotterdam onderschrijft dit nog (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2020:7063&showbutton=true).
Bij de Rechtbank Rotterdam speelde de kwestie van een Fedex-chauffeur onder wiens verantwoordelijkheid een paar oorbellen ter waarde van € 30.000,– waren verdwenen. Toen deze vermissing aan het licht kwam, ontdekte Fedex tevens de vermissing van een tweetal andere kostbare zendingen (van Rolexen) die eveneens door werknemer waren opgehaald. Drie kostbare vermissingen in een periode van circa anderhalve maand van zendingen uit pakketten die door de werknemer waren opgehaald bij de klant.
De Rechtbank stelt vast dat Fedex de door haar gestelde dringende reden heeft onderbouwd met de rapportage van haar security en dat uit dat rapport kan worden afgeleid dat het pakketje dat door werknemer was opgehaald, nadat het aldaar was verpakt en voordat het in Ridderkerk bij Fedex verder werd afgehandeld, is gemanipuleerd. Er is geen reden te twijfelen aan de beelden die van het pakketje zijn gemaakt. In de tussentijd bevond zich het pakketje o.a. in de bestelbus van Fedex, dus in de macht van werknemer. De Rechtbank stelt ook dat uit het rapport evenwel niet met zekerheid worden afgeleid wat de betrokkenheid van werknemer was, “anders dan dat hij nu eenmaal de chauffeur was die het pakketje vervoerde“. Daar voegt de rechtbank aan toe dat het op de weg van werknemer lag om met een (mogelijke) verklaring voor de vermissing te komen, toen hij met de onderzoeksresultaten werd geconfronteerd. Die heeft hij echter niet gegeven toen hem daarom werd gevraagd en ook bij overhandiging van de ontslagbrief heeft hij die verklaring niet gegeven, aldus de Rechtbank. “Een ontslag op staande voet lag daarmee in de rede. Van Fedex kan niet worden gevergd dat zij een chauffeur in dienst houdt die niet ook maar een begin van een verklaring heeft voor de vermissing van een kostbare zending uit zijn bus.” … “Dat geldt nog meer tegen de achtergrond van de twee andere vermissingen, die kennelijk naar aanleiding van het onderzoek naar de oorbellen aan het licht waren gekomen en gelinkt konden worden aan transporten door werknemer.”
Uit de uitspraak blijkt vervolgens dat werknemer pas bij de mondelinge behandeling met een mogelijke verklaring is gekomen voor de vermissing van het setje oorbellen. Wat de Rechtbank betreft was dat dus te laat om zijn “voor zijn arbeidsovereenkomst met Fedex”. Kortom: met name het tot tweemaal aan toe niet geven van enige verklaring over de vermissingen heeft deze werknemer “genekt” en dus niet zozeer de verdwijningen van het kostbare pakketten. Aan het vereiste van de dringende reden voor een ontslag op staande voet is volgens de Rechtbank dus voldaan.
Maar dan komt de Rechtbank toe aan de door werknemer gevorderde vergoedingen. De billijke vergoeding wordt afgewezen want er is immers geen sprake van ernstige verwijtbaarheid aan de kant van Fedex nu het ontslag op staande voet terecht gegeven is.
Voor de gevorderde transitievergoeding liggen volgens de Rechtbank ‘de kaarten anders’. Zoals al aangegeven: aan de werknemer komt een transitievergoeding toe tenzij hij ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Weliswaar is in deze kwestie sprake van een dringende reden voor Fedex, maar de rol van werknemer staat (nog) niet vast, zo overweegt de Rechtbank. Vast staat dat hij kennelijk chauffeur is geweest van een drietal transporten waarbij telkens waardevolle zendingen uit pakketten zijn verdwenen en hij daarvoor ten tijde van het ontslag geen (begin van een) verklaring had. Echter ter zitting bij de Rechtbank heeft de werknemer aangevoerd “dat anderen gebruik konden maken van de reservesleutels die bij Fedex in de kast liggen en dat hij tijdens de ritten soms langere tijd geen zicht had op de bestelbus, bijvoorbeeld als hij op een verdieping van het WTC moest zijn om iets op te halen“. De Rechtbank kan hierdoor niet met zekerheid vaststellen dat werknemer dus verantwoordelijk is voor het verdwijnen van de waardevolle inhoud van 3 pakketten en overweegt: “Indien en voor zoveel Fedex zich erop wenst te beroepen dat werknemer geen transitievergoeding toekomt omdat hij ernstig verwijtbaar heeft gehandeld zal zij, tegenover de betwisting door werknemer daarvan bewijs moeten bijbrengen, anders dan wat nu reeds vaststaat.” Volgens de Rechtbank staat dan ook onvoldoende vast dat de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld; de transitievergoeding is daarom toegewezen en er volgt verrekening met gefixeerde schadevergoeding die werknemer verschuldigd is aan werkgever vanwege het ontslag op staande voet.
deze zaak maakt nog eens helder dat ook in civielrechtelijke procedures geldt afdoende bewijs van diefstal/verduistering aangeleverd moet worden om iemand hiervoor verantwoordelijk te kunnen houden.