De Eerste Kamer heeft op 24 januari 2017 het wetsvoorstel voor de gewijzigde Arbeidsomstandighedenwet (ook wel afgekort tot: ‘de Arbowet’) aangenomen. De gewijzigde Arbowet heeft tot doel de betrokkenheid van werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening te verbeteren als ook de onafhankelijkheid van de bedrijfsarts ten opzichte van de werkgever te vergroten. Ook richt de gewijzigde Arbowet zich op betere preventie, mede ter voorkoming van beroepsziekten en arbeid gerelateerde gezondheidsklachten. Daarbij wordt met name het vermijden van een te hoge werkdruk van belang geacht. De werkgever wordt voorts verplicht de afspraken over de arbodienstverlening vastleggen in een basiscontract. Wat verandert er?
I. Versterking betrokkenheid bij de arbodienstverlening
Op grond van de Arbowet is de zogenaamde preventiemedewerker betrokken bij onder meer de risico-inventarisatie en -evaluatie en de uitvoering van maatregelen gericht op arbeidsomstandighedenbeleid. De Ondernemingsraad heeft op grond van huidige wetgeving al een instemmingsrecht ten aanzien van het takenpakket van de preventiemedewerker. Met de wetswijziging zal daar nog aan toegevoegd worden een instemmingsrecht ten aanzien van de positionering en de persoon van de preventiemedewerker. Concreet betekent dit:
- De Ondernemingsraad krijgt instemmingsrecht op de aanstelling van de preventiemedewerker; de werkgever zal hierdoor beter moeten beargumenteren welke taken de preventiemedewerker gaat vervullen.
- De Ondernemingsraad wordt medeverantwoordelijk voor het (goed) functioneren van de preventiemedewerker.
- De preventiemedewerker krijgt het recht op overleg met de arbodienstverlener en de bedrijfsarts.
II. Versterking rol bedrijfsarts
- De adviserende rol van de bedrijfsarts zal meer de nadruk krijgen. De bedrijfsarts moet voortaan eerder worden betrokken in het preventiebeleid en dus niet pas als sprake is van verzuim.
- De verantwoordelijkheid voor de begeleiding van de (zieke) werknemers blijft echter liggen bij de werkgever.
- De werknemer krijgt op zijn/haar beurt de mogelijkheid de bedrijfsarts te consulteren reeds voordat klachten leiden tot verzuim.
- De bedrijfsarts moet voorts goed kunnen samenwerken met de preventiemedewerker en de Ondernemingsraad of Personeelsvertegenwoordiging of belanghebbende werknemers.
- De bedrijfsarts krijgt het recht overleg te voeren met het medezeggenschapsorgaan.
- Werknemers krijgen recht op een second opinion (naast dus de reeds bestaande mogelijkheid tot het aanvragen van een deskundigenoordeel bij het UWV) indien ze het niet eens zijn met de diagnose van de bedrijfsarts. In overleg met de werkgever kan een werknemer dan een onafhankelijke bedrijfsarts consulteren. De bedrijfsarts honoreert in beginsel het verzoek om een second opinion, tenzij zwaarwegende argumenten zich hiertegen verzetten.
- De werkgever moet de bedrijfsarts in de gelegenheid stellen elke werkplek te kunnen bezoeken.
- De bedrijfsarts moet een klachtenprocedure voeren.
- De bedrijfsarts meldt beroepsziekten aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten.
III. Het basiscontract
De huidige contracten tussen arbodienstverleners en werkgevers leiden volgens de overheid nog wel eens tot ontoereikende zorg. Daarom zal met de aankomende wetswijziging het contract tussen arbodienstverleners en werkgevers aan minimumeisen moeten voldoen; dit wordt het basiscontract genoemd. In het basiscontract zal staan bij welke (wettelijke) taken/diensten de werkgever zich in ieder geval moet laten ondersteunen door een arbodienst(verlener) en op welke wijze die diensten beschikbaar zijn. Bijvoorbeeld:
- Het toetsen van risico-inventarisatie en –evaluatie, de begeleiding bij ziekte, aanstellingskeuringen en het aanbieden van periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek.
- Maar ook de nieuwe wettelijke vrije toegang tot consultatie van de bedrijfsarts of arbodienst voor de werknemer, evenals het recht van de werknemer op een second opinion.
- Omschreven moet worden hoe de bedrijfsarts omgaat met de meldingsplicht voor beroepsziekten.
- Het basiscontract maakt duidelijk wat de gang van zaken is bij klachtenprocedures.
- Ook moet het basiscontract minimumgaranties bieden met betrekking tot de professionaliteit van de arbodienstverlening.
Het zal de werkgever vanzelfsprekend vrij staan om in overleg met de arbodienstverleners en zijn werknemers in het (basis) contract aanvullende taken op te nemen.
IV. Meer mogelijkheden tot handhaving en toezicht
Inspectie SZW krijgt meer mogelijkheden om sancties op te leggen bij werkgevers, arbodiensten en bedrijfsartsen. In sommige gevallen wordt de bedrijfsarts gelijkgesteld aan de werkgever. Een werkgever die geen basiscontract heeft met een bedrijfsarts of arbodienst, kan straks door Inspectie SZW beboet worden.
Tot slot:
De wijziging van de Arbowet gaat in per 1 juli 2017. Voor lopende contracten met arbodienstverleners zal na het ingaan van de wetswijzing een overgangsperiode van één jaar gelden.
Tips
- Bespreek als werkgever de aankomende wijzigingen en eventuele actiepunten met uw arbodienstverlener.
- Zorg dat het (basis)contract met uw arbodienstverlener tijdig voldoet aan de gestelde wettelijke eisen.
- Informeer uw Ondernemingsraad over de aanstaande wijzigingen.