Mijn alternatief voor de Wet DBA. Want Asscher en Wiebes beschermen juist niet de ‘zwakkere ZZP’ers’.
Op 18 november jl. is de Commissie (Model)overeenkomsten in het kader van de Wet DBA (ook wel: Commissie Boot genaamd) gekomen met haar oordeel over de Wet DBA.
De Commissie Boot heeft in haar aanbevelingen de belastingdienst er zogezegd ‘van langs gegeven’. De Commissie Boot constateert onder meer het volgende:
- mensen zijn door de belastingdienst op het verkeerde been gezet;
- op het moment dat ze een algemeen model gebruikten was de belastingdienst niet consistent, is de rechtsgelijkheid niet gewaarborgd, past men het civiele toetsingskader niet goed toe en is men te streng;
- er is geen duidelijkheid over toetsing achteraf;
- er is geen eenduidig criterium voor toetsing overeenkomsten;
- de Wet DBA is ambivalent en voldoet niet aan de doelstellingen;
- et cetera.
Ook door JENS advocaten zijn dergelijke constateringen reeds eerder gesignaleerd (zie de diverse berichtgevingen van ons hierover). Overigens adviseert de Commissie Boot wel om door te gaan met het systeem van modelovereenkomsten. Niet echt begrijpelijk.
Dat brengt mij tot de constatering dat ten aanzien van het verrichten van arbeid behoefte bestaat aan een herziening van de definities en de juridische kaders. Onze wetgeving dient de echt zwakkeren – ook ingevolge internationale verdragen – te beschermen maar gelijktijdig oog te hebben voor de dynamiek van deze tijd en de wens om ook in een andere vorm, dan die van een loondienstverband, (samen) te werken. De Wet DBA doet dat (nog) niet of onvoldoende. Integendeel. Allereerst vlucht een deel van de ZZP’ers momenteel in pay rolling of constructies zoals de “Flex BV” en de door de fiscus toegestane “Uniforce werkwijze”. Dit lijkt mij net zo onwenselijk als de ‘schijnconstructies’ die Wiebes en Asscher juist willen tegengaan met de Wet DBA. Ten tweede is opvallend dat voor de Post NL-bezorgers als één van de eersten een modelovereenkomst werd goedgekeurd door de belastingdienst, dit terwijl het de overheid nou net leek te gaan om bescherming van dit soort ZZP’ers. Postbezorging betreft laagopgeleid werk, waarvoor deze ZZP’er zich eenvoudiger kan laten vervangen; dan is er – volgens de fiscus – dus geen probleem om op basis van opdrachtovereenkomst te werken. De doorgaans laagopgeleide postbezorger mag dus nu van de overheid wel ZZP’er zijn terwijl een hoogopgeleide journalist alleen maar op basis van een dienstverband voor de publieke omroepen mag en kan werken. Wie wilden Asscher en Wiebes nu exact beschermen?
Ik spreek elke week ZZP’ers die absoluut geen vast dienstverband willen en die ook reeds jarenlang goede omzetten genereren. Deze groep heeft behoefte aan het (her)benoemen van een nieuwe werkrelatie in onze wetgeving, een relatie die niet gelijk is aan een arbeidsrelatie en welke meer vrijheid voor partijen biedt, met duidelijkheid vooraf. Enkele gedachtes hierover:
- Stop als overheid met het creëren van (onnodige) onrust op een zo belangrijke markt als de arbeidsmarkt.
- Creëer een heldere definitie voor de ZZP’er/niet-werknemer.
- Om toekomstige maatschappelijke of de samenleving ontwrichtende problemen te voorkomen (zoals armoedeval, faillissementen) zou je als wetgever in nieuwe wetgeving de ZZP’er/niet-werknemer kunnen verplichten zich te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid (tot bijvoorbeeld bijstandsniveau)
- Ook zou een (vrijwillig bij aan te sluiten) ZZP-pensioenfonds opgericht kunnen worden.
- Om bijvoorbeeld oneerlijke concurrentie tussen bedrijven te voorkomen, zou je als wetgever kunnen bepalen dat bedrijven niet meer dan een x-percentage aan ZZP’ers (van het personeelsbestand) mogen inhuren per jaar. Op dit moment zijn er namelijk bedrijven met werknemers die verplicht zijn bijvoorbeeld conform een Cao pensioen te betalen en die oneerlijke concurrentie menen te hebben van bedrijven die grotendeels met ZZP’ers werken en waarvoor geen pensioen e.d. betaald hoeft te worden.
Resumé, het is onwenselijk dat de Wet DBA onverkort wordt voortgezet. De wet in de huidige vorm voldoet niet aan de behoeftes van de markt noch leidt deze tot de gewenste bescherming voor zwakkere partijen. Sterker deze wet leidt louter tot onrust. Tijd dus om deze wet in te trekken, weer achter de tekentafel te gaan zitten en een wet te formuleren die wèl aansluit bij de praktijk èn afdoende bescherming biedt tegen misbruik!