In de recente rechtspraak tekent zich zeer voorzichtig een lijn af over de invulling van de redelijke grond bij ontslag van een (statutair) bestuurder. Uit uitspraken blijkt dat rechters bij bestuurders vaak aanhalen dat volgens de wetsgeschiedenis een h-grond (= de restgrond; andere omstandigheden) aanwezig kan zijn ‘bij een manager met wie verschillen van inzicht bestaan over het te voeren beleid’. Daarbij wordt dan door rechters geconstateerd dat sprake is van een verschil van inzicht over (met name) de wijze waarop de bestuurder aan zijn functie inhoud dient te geven en dat de onderhavige feiten en omstandigheden een redelijke grond, te weten de h-grond, opleveren. Ook is opvallend dat rechters dan – zonder nadere toelichting – aangegeven dat “gelet op het voorgaande” herplaatsing niet in de rede ligt. Wel blijken rechters in geval van ontslag van bestuurders (op de h-grond) nog doorslaggevend te achten of het tot ontslag bevoegde orgaan in redelijkheid een ander inzicht kan hebben dan de bestuurder en gaat het er dus niet om wie het juiste inzicht heeft.
Uiteraard zijn er (ontslag)situaties die niet onder een verschil van inzicht kunnen worden gebracht maar onder een andere ontslagrond en waarbij een andere redenering zal moeten worden gevolgd. En zelfs als er naast de h-grond ook een andere ontslaggrond aanwezig is, kan het raadzaam zijn (primair) uit te gaan van de h-grond omdat doorgaans minder hobbels genomen hoeven te worden om een verschil van inzicht te constateren dan om bijvoorbeeld te concluderen dat sprake is van disfunctioneren (d-grond) of een zodanig (duurzaam) verstoorde verhouding dat in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren (g-grond).
Tip:
Zet in geval van ontslag van een statutair bestuurder in overleg met een jurist vooraf duidelijk uiteen op welke gronden een ontslag zal worden gegeven. Plan dus doordacht de te bewandelen route.